zondag 25 januari 2009

Malthus, Global Warming en Depopulatie

Thomas Robert Malthus (1766-1834) was een Engels econoom en demograaf. In 1798 publiceerde Malthus zijn beruchte pamflet “An Essay on the Principle of Population”, waarin hij stelde dat de bevolkingsaangroei altijd groter is en zou blijven dan de economische groei. De bevolkingsaangroei zou geometrisch of exponentieel (vb. 1, 2, 4, 8, 16 etc.) zijn, terwijl de aangroei van de voedselproductie aritmetisch of lineair (vb. 1, 2, 3, 4, 5 etc.) zou verlopen. Modern wetenschappelijk onderzoek heeft echter aangetoond dat deze beweringen op niets steunen. Malthus beschreef ook nog enkele hypothetische principes die men later het “Malthusiaans Plafond” en de “Malthusiaanse Catastrofe” is gaan noemen. Het “Malthusiaans Plafond” is de maximale omvang die een bevolking kan bereiken in verhouding tot de beschikbare grond. De “Malthusiaanse Catastrofe” is het mechanisme waarbij de overbevolking (= de armen) “weggewerkt” wordt door een verhoogde mortaliteit.

De mechanismen die de bevolkingsaangroei onder controle houden, zijn volgens Malthus ondervoeding, hard werken en ongezonde woonomgevingen. Malthus spreekt in dit verband van “positive checks”. Daar dit echter nog niet volstaat, voegt hij er nog enkele andere “positieve mechanismen” aan toe die de zogenaamde “mensen-stapel” in toom moeten houden. Malthus bepleit de voordelen van de slechte behandeling van zwangere vrouwen, de voordelen van grote ongezonde steden en onveilige fabrieken en de voordelen van ziektes en oorlogen. Een laatste middel om het “probleem” van de overbevolking te bekampen ziet Malthus in wat hij noemt: “Moral Restraint”. Hij bedoelde hiermee dat arme mannen, die toch geen gezin kunnen onderhouden, maar beter geen gezin stichten.

Om nog even de menslievendheid van Dhr. Malthus te onderstrepen, volgt hier een citaat uit “An Essay on the Principle of Population”, Book IV, Chapter V, 6th edition, 1826:

“Instead of recommending cleanliness to the poor, we should encourage contrary habits. In our towns we should make the streets narrower, crowd more people into the houses, and court the return of the plague. In the country, we should build our villages near stagnant pools, and particularly encourage settlements in all marshy and unwholesome situations.”

Malthus zegt dus dat men de armen onhygiënische gewoontes moet aanleren en hij schrikt er zelfs niet voor terug om zijn hoop te stellen in een al dan niet gefabriceerde terugkomst van de pest! Merkwaardig is in elk geval dat hij zelfs een taak ziet weggelegd voor de overheid om arme mensen op de meest ongezonde plaatsen te huisvesten. Figuren zoals Malthus zouden de mensheid weinig kwaad kunnen berokken indien men ze op tijd in een of andere inrichting zou plaatsen. Echter, in plaats van ontoerekeningsvatbaar verklaard te worden, kreeg hij een leerstoel aan de universiteit aangeboden.

De “condition humaine” drukt Malthus uit in termen van overbevolking, armoede, ellende, miserie, pest en dood. Dit is de onvermijdelijke “natuurwet” die natuurlijk vooral de armen en de zwakken in de samenleving treft. In de visie van Malthus kunnen wetenschap en techniek absoluut niets doen om hierin verbetering aan te brengen. Wetenschap, technologische vooruitgang, innovatie, industrie en de menselijke rede worden in feite door Malthus ontkend. Hij was een misantroop van de ergste soort, maar zijn hysterische, pessimistische, egoïstische en diabolische leerstellingen blijven helaas zeer invloedrijk tot op de dag van vandaag. Maar, Malthus was volledig fout. Wetenschap, techniek en productieve economie kunnen weldegelijk de levenstandaard verhogen. Mensen die het materieel beter krijgen, zullen vanzelf minder kinderen hebben. Het overbevolkingsprobleem is een vals probleem.

Om te begrijpen hoe het zover is kunnen komen dat Malthus het hele wetenschappelijke en politieke bestel van de Angelsaksische wereld heeft kunnen corrumperen, moet men voor ogen houden dat Malthus door het establishment uitgeroepen werd tot de belangrijkste ideoloog van het British Empire. In 1776 had het British Empire de Amerikaanse koloniën verloren. In 1789 brak in Frankrijk de Franse Revolutie uit. De Engelse aristocratie verkeerde in een staat van shock. Hoe zou het British Empire, met de weinige soldaten die het uiteindelijk had, de rest van het wereldrijk intact kunnen houden? Het antwoord was de “Malthusiaanse Doctrine” (= genocide). Het British Empire omarmde met beide armen de Malthusiaanse waanzin. Onder leiding van de Malthus, die met zijn pseudowetenschappelijke theorieën het volk indoctrineerde, werd het British Empire de meeste reactionaire en genocidaire politieke formatie van de laatste 250 jaar. Wanneer geïndoctrineerde politici en bureaucraten het beleid gaan uitstippelen, is het gevaar inderdaad zeer groot dat dit in een divisionistisch (verdeel en heers) en een genocidair (hongersnood en oorlog) beleid zal eindigen. In tegenstelling tot wat altijd beweerd wordt, werd de zogenaamde “Pax Britannica” niet gekenmerkt door vrede maar wel door oorlog. Een kleine greep uit het aanbod: de Napoleontische Oorlogen met Frankrijk, de Opiumoorlogen met China, de Krimoorlog met Rusland, de Boerenoorlogen in Zuid-Afrika en Wereldoorlog I en II.

Naast het voeren van oorlogen werden er ook geregeld hongersnoden geënsceneerd. Schrijnende voorbeelden zijn bekend uit India, waar de Britse autoriteiten hongersnoden creëerden en verergerden door bijvoorbeeld voedselhulp expliciet te weigeren en zelfs te verbieden. De meest bekende en gegenereerde hongersnood was de “Grote Hongersnood” of de “Aardappelhongersnood” in Ierland tussen 1845 en 1852. Deze hongersnood had natuurlijk nauwelijks iets met aardappelen te maken, maar alles met gecreëerde schaarste. Terwijl als gevolg van een slechte oogst de voedselprijzen stegen, voelde de Britse overheid zich niet in het minst geroepen om in te grijpen. De officiële Britse politiek was “laissez-faire”. De protestantse Engelse landadel voerde op het hoogtepunt van de crisis nog steeds voedsel naar Engeland uit, terwijl de inkomende voedselhulp van andere landen naar Ierland door de Engelsen zwaar belast werd of zelfs ronduit geweigerd werd.

Als gevolg van de almaar stijgende prijzen, konden de Katholieke boeren de pacht niet meer betalen en tegen 1850 waren al meer dan 100.000 pachters, samen met wat nog restte van hun gezin, uit hun boerderijen verdreven. Dit maakte de hongersnood alleen maar erger, vermits nu de landerijen ook niet meer bewerkt werden. De bevolking verzwakte en ziektes zoals tyfus staken de kop op. Door wanhoop gedreven verlieten meer dan 1,5 miljoen Ieren hun vaderland. Velen van hun waagden zich met hun laatste geld aan de oversteek naar Amerika. De overtocht was vaak nog zwaarder dan die van de Afrikaanse slaven. Meer dan een derde van de Ierse emigranten bezweek onderweg op de overbevolkte schepen. Hoeveel doden er tengevolge van de “Aardappelhongersnood” in Ierland precies te betreuren waren, is nog steeds niet geheel duidelijk. Maar, zeker is dat de bevolking van Ierland rond 1840 ongeveer 8 miljoen mensen bedroeg, terwijl deze in het begin van de 20ste eeuw teruggelopen was tot ongeveer 3,5 miljoen. Dit zou betekenen dat meer dan 3 miljoen Ieren gestorven waren aan de directe en indirecte gevolgen van de “Grote Hongersnood”. Dit komt overeen met 35 tot 40 % van de totale Ierse bevolking!

Gedurende de 19de eeuw werd het Malthusiaanse adagio “survival of the fittest” dus vooral beleden door de Engelse imperialistische aristocraten. In “A Christmas Carol” van Charles Dickens horen we Ebenezer Scrooge zeggen: “Als de armen van ellende en uit schaamte dan toch eerder verkiezen om te sterven dan naar een armenhuis te gaan, dat ze dan nu maar onmiddellijk sterven om zo de surplusbevolking te verminderen.” Charles Dickens kloeg het Malthusiaanse denken van het Britse establishment aan. Dickens verwierp de duistere en ellendige wereld van Scrooge. Dickens zei: “Not in my name!” Men mag dus zeker niet vergeten dat het 19de eeuwse “proletariaat” in Engeland zélf ook in een ware hel leefde. Het probleem zat niet bij de Engelse bevolking, maar wel het bij het egoïstische, Engelse establishment dat niet bereid was om de rijkdom met de rest van de bevolking te delen.

Na de slachting van de Eerste Wereldoorlog waaide het Malthusiaanse gedachtegoed naar de Verenigde Staten van Amerika over. Op grote schaal werden aldaar arme en gehandicapte mensen gesteriliseerd. Dit was waarschijnlijk wat Malthus met “Moral Restraint” bedoelde. In 1927 waren er 25 Amerikaanse staten die een strenge wetgeving kenden omtrent gedwongen sterilisatie. In 1932 publiceerde de Engels-Amerikaanse schrijver Aldous Huxley zijn beruchte boek “Brave New Wold”. In dit boek wordt er beschreven hoe de Malthusiaanse theorieën in de praktijk zouden kunnen werken. In het boek dragen de vrouwen o.a. steeds hun “Malthusian Belt”. In 1962 gaf Aldous Huxley toe dat zijn boek niet fictief was, maar een “programma voor de toekomst” was, dat gebaseerd was op wat hij noemde “real life work”. Het boek was dus geen goedbedoelde waarschuwing, maar wel een voorafspiegeling op een “nieuwe wereld” die “hopelijk snel realiteit zou worden”. Huxley moest niet lang wachten. In 1933 werden er door Hitler in Duitsland sterilisatiewetten ingevoerd die naar Amerikaans voorbeeld (!) geconcipieerd werden. Dan kwam er de Malthusiaanse horror van de Tweede Wereldoorlog (70 miljoen doden), de Malthusiaanse terreur van Stalin (50 miljoen doden) en de Malthusiaanse waanzin van Mao Zedong (80 miljoen doden).

Volgens Aldous Huxley volstond dit blijkbaar nog niet. Zijn broer, de perfide “humanist” Julian Huxley, zette na de Tweede Wereldoorlog, als eerste directeur-generaal van de UNESCO en als stichtend lid van het WWF, het “goede” werk verder. In 1964 schreef Julian Huxley zijn bekendste boek “Evolutionary Humanism”. In het deel over “The Crowded World” riep hij op voor het voeren van een nieuwe “World Population Policy”. Waar we vlak na de Tweede Wereldoorlog kunnen vaststellen dat de linkerzijde van het politieke spectrum erg anti-Malthusiaans was, kunnen we met enige verwondering vandaag de dag echter constateren dat “links” zeer dicht bij het Malthusiaanse gedachtegoed aanleunt. Julian Huxley was één van de eersten die de “rechtse” ideeën van Malthus binnen het linkse kamp introduceerde. Blijkbaar was zijn liefde voor de dieren groter dan zijn liefde voor de mensen. Maar ook andere tragische gebeurtenissen speelden een grote rol. Denken we maar aan de moord op President John F. Kennedy, de moord op Martin Luther King en de Oorlog in Vietnam. In de Verenigde Staten moest “links” de ene nederlaag na de andere incasseren. Communistische ideeën werden steevast onderdrukt. De linkse zijde werd meer en meer gedemoraliseerd en gedesoriënteerd. Met het rampzalige presidentschap van Jimmy Carter zien we dat aan de linkerzijde het Malthusiaanse gedachtegoed zich plots wijd verspreid. De bocht die de Amerikaanse “linksen” naar de “rechtse” Malthus gemaakt hebben, kan dus vooral verklaard worden door de opgebouwde frustraties na de Tweede Wereldoorlog.

Er zijn in feite drie belangrijke elementen die een rol gespeeld hebben bij de totstandkoming van de “linkse” Malthusiaanse consensus in de Westerse Wereld: (1) de “Club van Rome”, (2) Henry Kissinger en (3) “Three Mile Island”. Instrumenteel in de doorbraak van het “linkse” Malthusiaanse denken was zeker de oprichting van (1) de “Club van Rome” in april 1968. De “Club van Rome” werd geïnitieerd door de Italiaanse industrieel Aurelio Peccei en de Schotse wetenschapper Alexander King. Vanaf 1968 kwam het selecte gezelschap elk jaar bijeen in een ander land om over het “milieu” te praten. Dit elitaire clubje heeft diverse rapporten uitgebracht over het milieu, waarvan “De grenzen aan de groei” (1972) het bekendste is. Hierin werd, in navolging van het boek “The Population Bomb” van Paul R. Ehrlich (1968), een verband gelegd tussen economische groei en de gevolgen hiervan voor het milieu. Het rapport gaf een prognose van het grondstoffen- en voedselverbruik in de wereld voor de komende jaren. Daarin werd een catastrofaal doemscenario afgeschilderd van slinkende grondstoffenvoorraden. De impact van het rapport werd versterkt door de zogenaamde “oliecrisis” die in 1973 door de islamitische landen werd veroorzaakt na de overwinning van Israël in de Jom Kippoeroorlog. Olie werd als een vergeldingsmaatregel gebruikt tegen de overwegend pro-Israëlische Westerse wereld. Na afloop van de “oliecrisis” volgde een zekere ontnuchtering waarin de “Club van Rome” meer en meer het mikpunt van kritiek werd. Critici stellen dat de “Club van Rome” onvoldoende aandacht schonk aan de mogelijkheid om met behulp van nieuwe technologieën het geschetste doemscenario af te wenden. Toen nog later bleek dat de redeneringen van de “Club van Rome” niet langer houdbaar waren, barstte de kritiek pas goed los. Intussen is gebleken dat de oliereserves nog nooit zo groot geweest zijn dan nu. Bovendien stellen nieuwe technologieën ons meer en meer in staat om zuiniger met olie en andere grondstoffen om te gaan. De prognoses van de “Club van Rome” zijn op vrijwel geen enkel punt uitgekomen. Het was een ecologische slag in het water die echter politiek gerecupereerd zou worden.

Het doemscenario van de “Club van Rome” werd in 1974 door (2) Henry Kissinger heropgevist. In dat jaar verscheen onder leiding van Kissinger het “National Security Study Memorandum 200: Implications of Worldwide Population Growth for U.S. Security and Overseas Interests (NSSM 200)”. Het milieu verhuist naar de achtergrond en “security” wordt nu het grote thema. Het rapport werd vanaf 1975 als officieel beleid door president Gerald Ford uitgevoerd. Pas in 1990 werd het tot dan geheimgehouden memorandum vrijgegeven. Deze studie is puur Malthusiaans vermits de groei van de wereldbevolking als een directe bedreiging wordt gezien voor de veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika. Men stelde dat onrust in landen, waar de Verenigde Staten hun grondstoffen uit betrekken, nadelig zou zijn voor de economische ontwikkeling van de Verenigde Staten. Dertien landen worden bij naam genoemd: India, Bangladesh, Pakistan, Indonesië, Thailand, the Filippijnen, Turkije, Nigeria, Egypte, Ethiopië, Mexico, Colombia and Brazilië. Het racistisch getinte memorandum promootte grootschalige contraceptie- en “andere” maatregelen om de wereldbevolking te reduceren. Zo zou voedselhulp aan landen afhankelijk gemaakt worden van de mate waarin deze landen “constructief” zouden meewerken aan een actief depopulatieprogramma. Voedsel wordt dus als wapen gebruikt. Indoctrinatie van de lokale bevolking via de massamedia werd expliciet als maatregel voorgesteld. Ook zouden de Verenigde Naties een belangrijke rol gaan spelen bij “Family planning”.

Sinds 1974 is de officiële politiek van de Verenigde Staten van Amerika dus Malthusiaans: “Er zijn teveel mensen.” Overbevolking is natuurlijk maar een drogreden. Het hele idee is natuurlijk dat een kleinere bevolking de vraag doet afnemen. Een kleinere vraag leidt automatisch tot lagere grondstoffenprijzen. Dit is natuurlijk voordelig voor de Verenigde Staten zelf. Het Malthusiaanse gedachtegoed wordt gekenmerkt door egoïstisch “zero-sum game” denken: “Wat ik meer heb, hebben de anderen minder”. “Ik heb meer indien er minder anderen zijn”. Het komt er dus op aan om de groep van de anderen zo klein mogelijk te houden. Dit doel tracht men te bereiken door de armen actief te gaan bekampen, met onder andere geboortebeperking, maar ook oorlog. Zo belanden we dus in een wereld vol agressie en geweld met winnaars en verliezers. De winnaars worden rijk en machtig, terwijl de armen uiteindelijk onderdrukt en vermoord zullen gaan worden. Volgens het Malthusiaans denken bestaat er binnen de economie enkel maar een “win-lose” situatie. Echter, het komt erop aan om een “win-win” situatie te creëren. Dat moet ook het doel zijn van economische ontwikkeling. Dit kan bereikt worden indien men bereid is om de rijkdom beter te verdelen en mensen en landen de kans te geven om zich economisch te ontwikkelen.

Een laatste element dat een grote rol gespeeld heeft bij de totstandkoming van de “linkse” Malthusiaanse consensus is (3) het “ongeval” in 1979 in de kerncentrale van “Three Mile Island” (Harrisburg, Pennsylvania). Dit “ongeval”, dat waarschijnlijk moedwillig geënsceneerd werd, gebeurde net 12 dagen na de release van de film “The China Syndrome”. Als gevolg van een nucleaire “melt-down” begint de kernreactor van een op holgeslagen kerncentrale langzaam de grond in te smelten. Het krankzinnige filmscenario wil ons abusievelijk laten geloven dat de reactor helemaal door de aarde zou zinken totdat hij uiteindelijk in China terechtkomt. Een merkwaardig detail in de film toont hoe een geleerde zegt dat het zogenaamde China Syndroom “een gebied ter grote van Pennsylvania” permanent onbewoonbaar zou maken. Toevallig ligt “Three Mile Island”, waar 12 dagen na de release van de film zich het China Syndroom in het echt leek te voltrekken, in de staat Pennsylvania. Blijkbaar hebben we hier weer met een prachtig voorbeeld te maken van hoe “sciencefiction” uiteindelijk “science” wordt. Het “toevallige” incident in “Three Mile Island” maakte van de film een ware blockbuster die met prijzen overladen werd. Het “ongeluk” in Harrisburg heeft samen met de ramp in Tsjernobyl geleid tot een wereldwijde “bewustwording” van de risico’s van kernenergie. Net toen men op het punt stond om de afhankelijkheid van kolen, gas en aardolie te doorbreken, heeft men een stokje gestoken voor goedkope kernenergie.

Instrumenteel was President Jimmy Carter die vervolgens een zeer agressief anti-nucleair beleid voerde. Niemand zou nog van die “gevaarlijke” kernreactors mogen bouwen. Dat dit nu net toevallig de olie- en de andere kartels goed uitkwam, wilde natuurlijk niemand gezegd hebben. Feit blijft dat hun machtspositie niet door het goedkope kernenergie in gevaar gebracht zou mogen worden. Dit gebeurde dan ook niet. Ondanks de grote ellende die het Malthusiaanse gedachtegoed veroorzaakt heeft, viert het nog steeds hoogtij in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten van Amerika en bij de Verenigde Naties, die een politiek verlengstuk zijn van de Verenigde Staten. Duidelijk is dat de twee grote beleidslijnen zijn: (1) depopulatie en (2) olie. Simplistisch gesteld zou men het zo kunnen uitdrukken: “Hoe minder volk er op aarde rondloopt, des te meer olie er voor de “superrijken” overblijft.” Dit is het Malthusiaanse spookbeeld van oorlog tegen de zwakken.

Dat deze oorlog nog steeds bezig is, en zelfs nog opgevoerd wordt, valt niet te ontkennen. In november 1991 zei de beroemde Franse oceanograaf Jacques Cousteau in de UNESCO Courier: “Om de wereldbevolking te stabiliseren moeten we 350.000 mensen per dag elimineren.” Dit betekent dus 127.750.000 mensen per jaar of 1.270.000.000 mensen over 10 jaar, om uiteindelijk over 40 jaar bij 5.110.000.000 te eindigen. Tot zover het “humanisme” van deze prominente natuurliefhebber. Dat Cousteau er niet alleen zo over denkt kunnen we lezen in het “Global Biodiversity Assessment” van de UNEP uit november 1995. In dit lijvige rapport wordt ronduit gepleit voor een wereldbevolking van maximaal 1 miljard mensen.

Het “Global Biodiversity Assessment” werd onder voorzitterschap van Robert T. Watson samen met 1500 andere wetenschappers geschreven en dit onder de auspiciën van UNEP (United Nations Environment Programme). Het rapport beschrijft op 1.140 pagina’s hoe de globale biodiversiteit eruit ziet en welk de oorzaken van de achteruitgang van de biodiversiteit zijn. Reeds in 1992 hadden 126 landen in Rio de Janeiro de “Convention on Biological Diversity” (SN: 5/8/93, p.303) geratificeerd. Het “Global Biodiversity Assessment” was een eerste groot rapport dat verscheen als gevolg van deze conventie. Het “Global Biodiversity Assessment” werd voorgesteld tijdens een congres in Jakarta, waar meer dan 1000 deelnemers van 6 tot 17 november 1995 vergaderden. Het rapport stelt dat er 5.366 dier- en 26.106 plantensoorten op het punt staan om uit te sterven en dit als gevolg van “menselijk ingrijpen”. Dit zijn inderdaad spectaculaire cijfers, zeker als men bedenkt dat er sinds het jaar 1600 “slechts” 484 dier- en 654 plantensoorten verdwenen zouden zijn. Wat trouwens ook erg verbazingwekkend is, is de grote nauwkeurigheid van het rapport. Precies “5.366 dier- en 26.106 plantensoorten” gaan verdwijnen. Naast goede wetenschappers zijn dit blijkbaar ook fantastische futurologen die met hun glazen bol ver in de toekomst kunnen kijken. Hoe het ook zij, “Climate Change / Global warming” wordt als het grootste probleem met de vinger gewezen. De wetenschappers stellen droogjes vast dat “Population growth has exceeded the capacity of the biosphere”. Omdat we in de toekomst misschien met teveel mensen zouden zijn, gaan we vandaag met zijn allen zelfmoord plegen. Wie kan deze logica begrijpen?

Het “Global Biodiversity Assessment” (GBA) veroordeelt zonder blozen het zogenaamde “Westerse Wereldbeeld”, dat de “heilige attributen van de natuur” ontkent. Over welk “Westers Wereldbeeld” heeft men het hier eigenlijk? Het veroordeelt en passant ook nog even het Christendom dat volgens hen “de mens van de natuur losgekoppeld heeft”. Het GBA promoot een “traditioneel” pantheïstisch wereldbeeld. Naast ecologie dus ook nog een stukje pseudo-theologische “New Age”. De opstellers van het GBA zien zichzelf als leden van een gemeenschap “die niet alleen andere mensen, maar ook dieren en planten en zelfs stenen verenigd” en “Mensen zijn leden van een gemeenschap van wezens – levend en niet-levend.” “Rivieren kunnen als moeders beschouwd worden en dieren als verwanten” (1). We moeten dus een maatschappij opbouwen die de “ritmes van de natuur” respecteert. Mensen zijn slechts een draadje “in het web van de natuur” en “alle levende wezens zijn gelijk” (2). Het lijkt wel alsof we hier met een obscure sekte te maken hebben.

Het GBA definieert eigendomsrechten als zijnde “niet absoluut of vast, maar eerder complex, dynamisch en veranderlijk in tijd en ruimte” (3). Met andere woorden, het GBA stelt dat de eigendomsrechten relatief zijn en in tijd en ruimte veranderlijk zijn, afhankelijk van de grillen van de staat. Het GBA stelt klip en klaar dat na verloop van tijd alle eigendomsrechten getransfereerd zullen moeten worden aan de “UN Global Environmental Facility”. Daarna zullen de Verenigde Naties het vruchtgebruik (usufructual rights) opnieuw herverdelen (4). Het vruchtgebruikconcept waaraan het GBA refereert, dateert uit de Laat-Romeinse Keizertijd die gekenmerkt werd door grote economische problemen. Dit concept waarbij de Keizer de rechten herverdeelde, heeft direct bijgedragen tot de ondergang van het Romeinse Rijk. Een vergelijkbaar concept werd, met de gekende gevolgen, in de Sovjet-Unie in praktijk gebracht.

Dat alle eigendomsrechten worden overgedragen aan de Verenigde Naties is een droom die al decennia lang door dit instituut gekoesterd wordt. Dit idee werd voor het eerst gearticuleerd in de “UN Conference on Human Settlements (Habitat I)” in 1976. Daar luidde het: “Land kan door individuen niet zondermeer als een gewoon goed behandeld of gecontroleerd worden. Privégrondbezit is een belangrijk instrument om rijkdom te accumuleren en concentreren. Privégrondbezit draagt daardoor bij tot sociale ongelijkheid. Indien privégrondbezit niet ingetoomd wordt, kan het tot een belangrijk obstakel worden in de planning en de implementering van ontwikkelingsprogramma’s. Publieke controle van het grondbezit is daarom noodzakelijk.” (Conference on Human Settlements, Preamble to Agenda Item 10 of the Conference Report, May 31-June 11, 1976.). Gezien de Malthusiaanse geaardheid van de Verenigde Naties zou men zich terecht de vraag kunnen stellen wat men eigenlijk bedoelt in verband met “ontwikkelingsprogramma’s”. Indien men dergelijke ambitieuze programma’s zoals het GBA wil opstarten, zou men er inderdaad beter aan doen om de gebruikte termen eens wat beter te definiëren, zodanig dat ondubbelzinnig duidelijk zou zijn wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. Echter, in de komende paragraaf zal er een tip van de sluier opgelicht worden.

Het “Global Biodiversity Assessment” van de UNEP, actief binnen het web van de Verenigde Naties zegt dat:

“It is estimated that an ‘agricultural world’ in which most human beings are peasants should be able to support 5 to 7 billion people.... In contrast, a reasonable estimate for an industrialised world society at the present North American material standard of living would be 1 billion. At the more frugal European standard of living, 2 to 3 billion would be possible” (5).

Gelieve op te merken dat de wereldbevolking toen op 5,5 miljard geschat werd. We zijn dus met enkele miljarden teveel. Net zoals in het hoofd van Malthus is in de hoofden van de opstellers van het GBA “de bevolking” een groot probleem. Men stelt eigenlijk dat 4 tot 5 miljard mensen zouden moeten verdwijnen. U herinnert zich de woorden van Jacques Cousteau nog? Het is eigenlijk nauwelijks vatbaar hoe “intelligente” mensen dergelijke nonsens kunnen uitkramen. Het lijkt op een kille, onmenselijke, statistische en satanische ingreep van enkele technocraten die snel snel nog even een “probleemje” moeten oplossen. Droom ik? Ben ik wel echt wakker? Wat is dit voor waanzin?

Hoe het GBA 85 tot 90% van de wereldbevolking zal laten verdwijnen, wordt niet in het rapport beschreven. Of toch, er worden toch enkele tips gegeven. Het GBA veroordeelt zeer scherp de moderne landbouwtechnieken: “Overwhelming evidence leads to the conclusion that modern commercial agriculture has had a direct negative impact on biodiversity at all levels. Agriculture may be one of the most important causes of pollution by the production of sediments, by the generation of chemical wastes, or by the use of pesticides” (6). Men vergeet hier te melden dat de landbouw al heel wat offers gebracht heeft om de nadelige effecten van de moderne landbouwtechnieken tot een minimum te beperken. Ook stelt het GBA dat het gebruik van meststoffen drastisch gereduceerd moet worden. Toch schijnt men zich te realiseren dat “fertilisers have played an essential part in producing the world’s harvests. [It] is estimated that if the use of fertilisers ceased, the world’s harvests would be cut almost in half” (7). Alhoewel het GBA dit niet expliciet zegt, zou een halvering van de wereldvoedselproductie tot massale hongersnood, ondervoeding en het verdwijnen van de helft van de wereldbevolking leiden. Maar ja, dit was impliciet dan ook de bedoeling.

Als uitsmijter roept het GBA ook nog op om een einde te maken aan het massatoerisme. Deze eindterm zal wel makkelijk te halen zijn vermits er, na de uitvoering van het GBA, van een “massa” geen sprake meer zal zijn. Merk ook even op dat het GBA niet oproept om het luxetoerisme in te perken. Dit is nochtans ook zeer belastend voor het milieu. Maar, waarschijnlijk hebben we hier met een kleine vergetelheid te maken. Hoe dan ook, het is duidelijk dat het GBA 90% van de wereldbevolking wil laten verdwijnen. De Verenigde Naties en de NGO’s zullen een belangrijke rol spelen bij de realisatie van deze morbide agenda. Hier zijn geen woorden voor. Hier past enkel walging.

(1) Global Biodiversity Assessment, Cambridge University Press. New York. Section 12.2.3, p. 837-838
(2) Ibid, Section 11.2, Box 11.2-7, p. 764
(3) Ibid, Section 11.2.3.1.2, p. 767
(4) Ibid, Section 12.7.5, p. 902-903
(5) Ibid, Section 11.2.3.2, p. 773.
(6) Ibid, Section 11.2.2.2.3, p. 744
(7) Ibid, Section 11.2.2.5, p. 761

Toch zijn er nog soortgenoten die blijkbaar over een sterke maag beschikken. De oprichter van CNN, Ted Turner, die naast miljardair in zijn vrije tijd ook nog milieuactivist is, herhaalt steeds weer, dat de opwarming van de aarde een gevolg is van het feit dat er teveel mensen zijn. Naast het feit dat: “We’re too many people; that’s why we have global warming”, maakt Turner zich ook nog zorgen dat: “Too many people are using too much stuff.” Turner pleit er ook voor dat gezinnen maar 1 kind zouden hebben. Hij stelt: “Indien de wereldbevolking nu niet drastisch verlaagd wordt, zal over 30 jaar bijna iedereen dood zijn en degenen die nog leven zullen kannibalen zijn.” Je vraagt je af wat eigenlijk het probleem is. Nu iedereen dood of over 30 jaar? Maar, Ted bedoelt eigenlijk: “Iedereen dood, behalve ik”. Ted zou beter wat meer televisie kijken en voor de rest zijn mond houden. Toch vindt ook Paul Ehrlich, de bioloog van Stanford University die in 1968 het boek “The Population Bomb” schreef, dat Ted Turner gelijk heeft. De wereldbevolking zou inderdaad best tot 2 miljard verlaagd worden: “We’re at 6 billion people on the Earth and that’s roughly three times what the planet should have. About 2 billion is optimal” (San Francisco Chronicle - 20 juni 1999).

Ook volgens Eric R. Pianka, die verbonden is aan de University of Texas in Austin, verkeert de aarde door overbevolking in grote nood. De enige oplossing is volgens hem dat 90% van de mensheid moet verdwijnen. Toen er in de pers deining ontstond omwille van zijn krasse uitspraken, kreeg hij de volledige steun van zijn studenten. Tijdens een manifestatie, die veel weg had van een bacchanale moordorgie, riepen zijn studenten hysterisch, dat Pianka nog “gematigd” was. Zijn studenten zeiden dat het zelfs beter zou zijn dat: “All humans should be killed!” Zijn studenten hadden het dus goed begrepen en na deze “wijze” woorden voegde Pianka er nog aan toe dat de mensheid uiteindelijk uitgeroeid zou worden door één of andere bacterie. Je weet inderdaad nooit, maar zou er niets schelen met mensen zoals Pianka, die het vermoorden van mensen blijkbaar als iets positiefs ervaren? Pianka is naar eigen zeggen totaal geobsedeerd door de dood. Blijkbaar heeft hij zijn eigen overlijdensbericht ook al geschreven. Vanwaar komt toch deze zwarte “ideologie van de dood”?

Het IPCC of het “Intergovernmental Panel on Climate Change” is ook een organisatie van de Verenigde Naties die in deze morbide discussie niet mag ontbreken. Het IPCC werd opgericht in 1988 om de risico’s van de opwarming van de aarde in kaart te brengen. Merkwaardig is dat het IPCC zelf geen onderzoek doet, maar enkel onderzoek dat gepubliceerd werd in wetenschappelijke tijdschriften “evalueert en interpreteert”. Op 12 oktober 2007 werd in Oslo bekend gemaakt, dat het IPCC samen met de voormalige Amerikaanse vicepresident Al Gore de Nobelprijs voor de Vrede 2007 was toegekend. De verdienste was dat zij de kennis over de door de mens veroorzaakte klimaatverandering vergroot zouden hebben en de maatregelen om deze tegen te gaan, bevorderd zouden hebben. Wel, vergissen is menselijk, maar het was zeker niet de eerste vergissing die het Nobelprijscomité maakte. Hoe haalt men het eigenlijk in zijn hoofd dat de mens verantwoordelijk zou zijn voor de klimaatsverandering? Wat een pretentie, wat een overmoed, wat een hybris om dan ook nog eens met een uitgestreken gezicht te komen vertellen, dat men die klimaatsverandering zou kunnen tegenhouden! Deze en andere affaires zeggen ook zeer veel over het Nobelprijscomité zelf.

Intussen zijn er honderden andere wetenschappers die beweren dat het IPCC een politieke en reactionaire organisatie is, net omdat het IPCC een onderdeel is van de Verenigde Naties. Politiek en wetenschap gaan nooit samen. Het is een feit dat sommige auteurs tegen hun zin op de publicatielijst van het IPCC terechtgekomen zijn. Een interessant voorbeeld is dat van Paul Reiter van het Institut Pasteur in Parijs. Reiter heeft zijn medewerking met het IPCC beëindigd, nadat zijn kritische bijdragen over malaria door het IPCC genegeerd werden. Echter, na het vertrek van Reiter bleef het IPCC hem op de publicatielijst van het IPCC vermelden. Pas toen Reiter met juridische stappen dreigde, werd zijn naam van de auteurslijst van het “Third Assessment Report” (2001) geschrapt.

Op 25 april 2006 legde Reiter een getuigenis af voor de United States Senate. Hij zei:

“A galling aspect of the debate is that this spurious ‘science’ is endorsed in the public forum by influential panels of ‘experts’. I refer particularly to the Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Every five years, this UN-based organization publishes a ‘consensus of the world’s top scientists’ on all aspects of climate change. Quite apart from the dubious process by which these scientists are selected, such consensus is the stuff of politics, not of science. Science proceeds by observation, hypothesis and experiment. The complexity of this process, and the uncertainties involved, are a major obstacle to a meaningful understanding of scientific issues by non-scientists. In reality, a genuine concern for mankind and the environment demands the inquiry, accuracy and scepticism that are intrinsic to authentic science. A public that is unaware of this is vulnerable to abuse.”

Dit getuigenis van Reiter kunnen we volmondig beamen. Natuurlijk meende de regering in Londen, hier zijn ze weer, ook een verklaring te moeten afleggen. “Reiter” volgens hen: “does not accurately represent the current scientific debate on the potential impacts of climate change on health in general, or malaria in particular. He appears to have been quite selective in the references and reports that he has criticised, focusing on those that are neither very recent nor reflective of the current state of knowledge, now or when they were published”. De Britse regering zegt dus in feite dat Reiter geen verstand van malaria heeft, terwijl hij net een wereldautoriteit is. Zoals de voorbije 250 jaar doet de Britse regering ook hier weer aan gepolitiseerde wetenschap. Dit slaat werkelijk alles! Politici bepalen dus de juistheid van wetenschappelijke bevindingen. Waar halen ze het lef? De Britse regering is echter niet aan haar proefstuk toe. Net zoals ze Malthus verdedigde, wordt hier het IPCC gepromoot.

In de Britse Channel-4 documentaire “The Great Global Warming Swindle” zegt Reiter dat de claim van het IPCC dat zij de top 1500 of 2500 wetenschappers vertegenwoordigen vals is. Reiter verwijst naar hun bibliografieën om aan te tonen dat de meesten geen toponderzoekers zijn. Reiter zegt zelfs dat heel wat van hen “amateurs” zijn. Ook hier moeten we Reiter gelijk geven. Op de hele wereld zijn er nog geen 2500 wetenschappers te vinden die écht verstand van klimaatsveranderingen hebben. Daarnaast zijn er heel wat astrofysici, Quartair-geologen, archeologen, paleoanthropologen, paleoëcologen en paleontologen die erg afwijzend staan tegenover het IPCC. Deze onderzoekers vinden dat het IPCC onvoldoende gebruik maakt van de inzichten uit hun vakgebieden. Dit is effectief zo. Waarom vertrouwt het IPCC enkel maar op klimatologen? Waarom kijkt het IPCC altijd naar de toekomst en nooit naar het verleden?

We weten dat het klimaat altijd verandert. Maar, we weten niet waarom het klimaat verandert. Het klimaat is nog steeds een “black box”. Neutraal onderzoek wijst uit dat sinds 2002 het klimaat weer afkoelt. Dit is een volledig natuurlijk proces. Het is overduidelijk dat het IPCC de data opzettelijk verkeerd interpreteert ten behoeve van politieke belangen. Inderdaad, Robert T. Watson, de wetenschapper achter het “Global Biodiversity Assessment” van de UNEP, die de klimaatsverandering aan menselijke activiteit toeschreef, was van 1997 tot 2002 ook de voorzitter van het IPCC. In 2002 werd Watson op vraag van ExxonMobil door Rajendra Pachauri vervangen. De reden was dat Watson te heftig reageerde tegen de olie-industrie. Zij waren volgens hem de grootste veroorzakers van de opwarming van de aarde. In feite betekent dit dat de politiek het verbranden van fossiele brandstoffen niet wil reduceren. Olie blijft koning. Men wil ook niet in kernenergie investeren en de alternatieve energiebronnen zijn nog steeds onderontwikkeld. Hoe zouden de Verenigde Naties dan de gefingeerde opwarming van de aarde, kunnen aanpakken? Inderdaad, door depopulatie.

In 2004 noemde Andrei Illarionov, de economische adviseur van de President van Rusland, het “Kyoto-Protocol” een “oorlog tegen Rusland”, vermits de Kyoto-normen enkel maar gehaald kunnen worden indien men de levensstandaard gigantisch laat dalen of indien mijn aan depopulatie doet. Ook komt er nu terecht heel wat kritiek op het reduceren van de zogenaamde “ecologische voetafdruk”. Is het niet merkwaardig dat men de ecologische voetafdruk uitdrukt in hectaren? Denk maar eens aan Malthus, hij kon ook al berekenen hoeveel grond er nodig zou zijn om een bepaalde populatie in stand te houden. Malthus zat echter volledig fout met zijn “carrying capacity”. De ecologische voetafdruk is ook nonsens. Er wordt bijvoorbeeld geen onderscheid gemaakt tussen duurzaam en onduurzaam landgebruik. Daardoor is de ecologische voetafdruk gewoon niet nuttig voor het voeren van een milieubeleid. De ecologische voetafdruk van de volledige mensheid kan volgens deze berekeningen trouwens groter zijn dan de daadwerkelijke oppervlakte van het landoppervlak op aarde! Dit is totaal onmogelijk! De mens zou eigenlijk allang uitgestorven moeten zijn!

Het is net hetzelfde met het verhaal rond “Peak Oil”. Het olieproductiemodel uit 1956 is totaal fout. De bekende olievoorraden zijn nog nooit zo groot geweest als nu. Het is overduidelijk dat op wereldschaal de geologie geen leidende factor is bij de productie van olie. Vooral politieke en economische factoren zoals olieraffinage, de beschikbare opsporings- en winningstechnieken, spelen een grote rol in de productie van olie. De zogenaamde “oliecrisis” in de jaren 1970 was het gevolg van een gecreëerde schaarste. De recordolieprijs van 2007-2008 was het gevolg van speculatie. Toen de olieverhandelende investeringsbanken Goldman Sachs and Morgan Stanley eind 2008 in de problemen kwamen, was het onmiddellijk gedaan met speculeren en afgelopen met de hoge olieprijs. Begin 2009 tracht men de olieprijs weer op te krikken door honderden olietankers niet meer te laten varen. “Peak Oil” is een mooi voorbeeld van modeloverspanning.

Om “Peak Oil” op te vangen en om de uitstoot van CO2 te verminderen, is men echter op een onbezonnen manier biobrandstoffen gaan produceren. Vermits echter de productie van biobrandstoffen gebaseerd is op fotosynthese, kan er daardoor concurrentie ontstaan tussen landbouw-voor-voedsel en landbouw-voor-energie. De beschikbare productiemiddelen, zoals landbouwgrond, water en kunstmest zijn (op korte termijn) beperkt. Wat men voor het ene gebruikt kan men niet voor het andere gebruiken. De voedselvoorziening, voor met name het armere deel van de wereldbevolking, kan hierdoor in het geding komen. De toegenomen vraag naar biobrandstoffen zal onvermijdelijk tot veel hogere voedselprijzen leiden. In Mexico braken er al in januari 2007 protesten uit als gevolg van prijsstijgingen van 400% voor tortilla’s en dit door de toegenomen vraag in de Verenigde Staten naar maïs voor biobrandstoffen. Zelfs de Wereldbank concludeerde in een rapport in april 2008 dat de vraag naar biobrandstoffen één van de oorzaken was van de stijging van de voedselprijzen wereldwijd. De hulporganisatie Oxfam concludeerde in juni 2008 dat biobrandstoffen tot een toename van wereldwijde armoede zorgen. De productie van biobrandstoffen is immorele zwendel die de oorzaak is van de hogere voedselprijzen. We willen er even aan herinneren dat de pionier van biobrandstoffen (ethanol) “Il Duce” Benito Mussolini was. Het experiment werd natuurlijk een groot drama met ellende en hongersnood als gevolg. De productie van biobrandstoffen maakt het probleem van de opwarming van de aarde, indien het er effectief zou zijn, alleen maar erger, vermits de productie en de verbranding van deze biobrandstoffen méér CO2 uitstoten dan olie. Indien de productie van biobrandstoffen verdergaat, zal dit tot een wereldwijde voedselcrisis leiden met vele doden als gevolg. Maar, met depopulatie zijn we misschien weer bij de echte reden van de immorele productie van biobrandstoffen.

Nu, de grote droom van Afrika is “economische ontwikkeling”. Echter, de grootste belemmering in de ontwikkeling van Afrika en andere derdewereldlanden is de “Globale Malthusiaane Beweging”, die in onze tijd vertaald wordt als de “Global Warming Movement”. De Afrikanen mogen van de “Malthusianen” geen olie, geen steenkool, geen kernenergie gebruiken. Wat mogen ze dan wel gebruiken? Het antwoord is simpel: zonnecellen en windmolens. Zonnecellen en windmolens mogen als idee dan wel leuk klinken, maar beide zijn verouderde technologieën. De eerste zonnecel werd al in 1883 gebouwd. De productie van zonnecellen heeft echter nooit een hoge vlucht genomen, vermits men er nog steeds niet in slaagt om voldoende energiedichtheid te creëren om aan de alledaagse noden te voorzien. De opwekking van energie uit zonnecelen wordt ook bemoeilijkt door het weer, de dag- en nachtcyclus en de zomer- en wintercyclus. Verder is er dan nog het probleem van de fotocorrosie, het grote energieverlies en het opslagprobleem. De windmolentechnologie is al meer dan 1000 jaar oud. De tijd van de windmolens is echter voorbij. We leven niet meer in de Middeleeuwen. De productiekosten en onderhoudskosten van zonnecellen en windmolens liggen over het algemeen ook hoger dan wat ze uiteindelijke aan energiewinst opleveren. Voor kleinschalig gebruik hebben ze misschien nog een toekomst, maar het is onmogelijk om er complexe economieën mee draaiende te houden.

Indien men dus oprecht geïnteresseerd is in de menselijke waardigheid en de economische ontwikkeling van landen, en indien men de genocide in de derdewereldlanden echt wil stoppen, dan moet men de meest moderne technologieën aan deze landen ter beschikking stellen. Elke dag sterven er in Afrika meer dan 40.000 mensen als gevolg van ondervoeding en van makkelijk geneesbare ziektes. Dit is genocide! Dit moet stoppen! Deze mensen sterven als gevolg van onderontwikkeling en geënsceneerde, immorele oorlogen. Deze oorlogen moeten nu stoppen! Niet overbevolking, maar onderontwikkeling en onderproductie zijn het probleem in Afrika en elders in de wereld. Elk land heeft recht op economische ontwikkeling.

In de Britse Channel-4 documentaire “The Great Global Warming Swindle” wordt er gezegd dat ongeveer 60% van de Afrikanen geen toegang heeft tot elektriciteit. Daardoor worden bijvoorbeeld de mensen gedwongen om op een houtvuurtje het eten te bereiden. Mensen stikken als het ware van de rook in hun eigen hut en sterven massaal aan longkanker als gevolg van die rook. Longkanker is één van de belangrijkste doodsoorzaken in Afrika. Er is geen sprake van een overbevolkingsbom. De bevolkingstoename neemt af. Het heeft geen zin om nu geboortebeperkingsprogramma’s in Afrika op te starten. Tegen het einde van de 21ste eeuw zal de bevolkingstoename in Afrika volledig stoppen, net zoals in Europa nu al het geval is. Door de agressieve geboortebeperkingscampagnes van de voorbij decennia kent Europa een duidelijk negatieve groei. Dit is de zogenaamde “vergrijzing”, een gegenereerd probleem met alle negatieve gevolgen van dien.

De fictieve “bedreigingen”, die als zwaarden van Damocles boven onze hoofden hangen, zijn “moving targets”. In 1968 waren de grondstoffen bijna op, toen kwam de gegeneerde “oliecrisis”, toen werd het “overbevolking”, toen gooide men het over een andere boeg met “zure regen” en nog later het “gat in de ozonlaag”. Nu zitten we met de “opwarming van de aarde” opgescheept. Er is geen overtuigend bewijs dat deze klimaatsverandering antropogeen is. De kans is echter veel groter dat we nu op een ijstijd afstevenen dan op een opwarming. Sinds 2002 daalt de temperatuur weer. Dit zijn normale processen van opwarming en afkoeling. Het is niet de schuld van de mens. Dit is de gewone gang van zaken.

Tijdens een lezing op 9 maart 2007 in het CATO Institute in Washington D.C. zei de Tsjechische President Václav Klaus:

“The third main threat to individual freedom and liberty I see in environmentalism. To be specific, I do understand the concerns about eventual environmental degradation but I do see a problem in environmentalism as an ideology. Environmentalism only pretends to deal with environmental protection. Behind their people- and nature-friendly terminology, the adherents to this ideology make ambitious attempts to radically reorganize and change the world, human society, all of us and our behavior, as well as our values. There is no doubt that it is our duty to protect rationally the nature for the future generations. The followers of the environmentalist ideology, however, keep presenting to us various catastrophic scenarios with the intention to persuade us to implement their ideas about us and about the whole human society. This is not only unfair but extremely dangerous.”

De “Global-Warming-Hysteria” is somber, pessimistisch en suïcidaal. Maar, waarom stoppen we bijvoorbeeld de kap van de regenwouden in Brazilië niet? Waarom planten we niet wereldwijd 1 miljard bomen? Dat zouden pas echt positieve ecologische maatregelen zijn. Daarnaast moeten we alle mensen en alle landen echter ook de kans geven om zich intellectueel en economisch te ontwikkelen. De economie bevriezen of stilleggen is geen oplossing en een genocidair beleid is al helemaal geen optie. Wetenschap en techniek moeten gepromoot worden en de meest moderne technologieën moeten industrieel toegepast worden. De wereldbevolking met 85 tot 90% trachten te verminderen is waanzin! Maar, het verleden bewijst maar al te tragisch dat men dit al meermaals op kleinere en grotere schaal geprobeerd heeft. Echter, de dreiging die van de “Malthusiaanse Doctrine” uitgaat, is echter nog nooit zo groot geweest als nu, vermits men vandaag de dag voor het eerst over de technieken beschikt om deze “ambitieuze” plannen in de praktijk te brengen. Het valt ook niet te ontkennen dat het hedendaagse denken, dat met egoïsme en agressiviteit doorspekt is, in grote mate gekenmerkt wordt door de “Malthusiaanse Doctrine”. Er heeft zich als het ware een “Malthusiaanse Mentaliteit” genesteld in de geesten van de mensen. In het “moderne” en “progressieve” Westen doodt men tegenwoordig al uit vrije wil de overbevolking nog voordat ze geboren wordt. Dit leidt dan weer tot “vergrijzing”, dood en euthanasie. Het gevaar is echter niet denkbeeldig dat men vanuit een onzalig Westers superioriteitsgevoel denkt dat “de zwakken” of “de surplusbevolking” altijd “de anderen” zijn. Ooit komt er misschien wel eens een tijd waarin wijzelf, tegen onze wil in, tot “de zwakken” zullen behoren. Dit was ook de waarschuwing die Ebenezer Scrooge van het fantoom te horen kreeg. Lees ook maar eens de dreigende taal die te lezen staat op de “Georgia Guidestones”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten